Tutorial: Introductie Opdrachtregelinterface

3. Schijven en directories

3.3. Veranderen van directory

1. Ga naar de nieuwe directory die we "John" hebben genoemd door het volgende achter de prompt te typen:
cd John <Enter>

cd betekent "change directory". Je kan zien dat de prompt nu is veranderd naar C:\JOHN

Merk op dat DOS niet case sensitive is (het interpreteert hoofdletters en kleine letters op dezelfde manier), dus je had ook kunnen typen typen cd john.

2. Maak een lijst van de inhoud van de directory John (gebruik het commando dat je eerder hebt geleerd).

Relatieve paden

Nu zie je dat de directory niet leeg is. Er zijn twee mappen, namelijk . en ..

Eigenlijk is de map leeg, maar het toont ook de relatieve paden:

 . betekent "huidige directory"

.. betekent "moederdirectory (oftewel een directory omhoog)"

3. Typ
cd .. <ENTER>

4. Kijk naar de prompt.

We zijn terug in de directory (root van de C-Drive) waar we de oefening begonnen.


5. Typ nu :
cd . <ENTER>

6. Wat is het resultaat van dit commando? Leg uit waarom.

7. We kunnen terug gaan naar de directory John door een relative pad te gebruiken, typ
cd .\John <ENTER>

Merk op dat dit hetzelfde is als cd John <ENTER> .

8. Ga een directory omhoog om terug te gaan, typ
cd .. <ENTER>

Absolute paden

We kunnen ook absolute paden gebruiken om op onze schijf te navigeren. Absolute paden beginnen altijd vanaf de root van een schijf, in ons geval C: \.

9.  Typ
cd C:\John <ENTER>

10. Als we naar de root (in dit geval van de C-schijf) willen gaan, kunnen we dit doen met behulp van het absolute pad, typ
cd \ <ENTER>

Waarom zou je je druk maken over absolute en relatieve paden?

11. Ga terug naar de directory genaamd John. Je kunt kiezen of je het relatieve of absolute pad wilt gebruiken.

12. Typ
cd ..\Peter <ENTER>

13. Kijk naar de prompt en leg uit wat commande heeft gedaan.

Beide manieren om van directory te veranderen zijn gelijkwaardig. Waarom zou je dan moeite doen? Als je je bestanden die in directories en subdirectories zijn georganiseerd naar een andere schijf (bijv. schijf D) verplaatst, zullen je absolute paden niet meer werken, terwijl je relatieve paden nog steeds naar dezelfde locaties zullen verwijzen. Dit is met name belangrijk bij het schrijven van scripts, wat we later zullen doen.