Tutorial: Introductie Opdrachtregelinterface
4. Bestanden maken en bekijken
4.2. De inhoud van een bestand tonen
Geef nu de inhoud van het bestand op het scherm weer.
1. Typ:type listdir.bat <ENTER>
Met het type commando kan je de inhoud van een bestand bekijken.
2. Typ nu:
listdir <ENTER>
Gefeliciteerd! Je hebt je eerste script gemaakt, een batchbestand. Batchbestanden zijn scripts die kunnen worden gebruikt om opdrachten in batch uit te voeren. In dit geval voerde het bestand
dir /AD
uit.Omdat batchbestanden altijd de bestandsextensie
.bat
hebben, weet de the computer dat dit een batchbestand is en zal de commando's in het bestand uitvoeren. We komen hier later op terug.3. Laten we eerst een ander bestand maken. Typ:
dir
> list.txt <ENTER>
Dit commando laat het resultaat van het dir
commando niet op het scherm zien, maar slaat het op in een ASCII bestand (tekstbestand) genaamd
list.txt
. We kunnen dus >
achter een commando zetten om de resultaten in een bestand op te slaan in plaats van ze op het scherm te tonen.4. Bekijk de inhoud van het bestand:
type
list.txt <ENTER>
Je ziet dat de lijst langer is dan op je scherm past.
5. Typ:
type
list.txt | more <ENTER>
Het resultaat van de inhoud van
list.txt
is doorgegeven aan het more
commando die de resultaten laat zien in pagina's zo groot als je venster. Druk op <ENTER>
om de volgende regel te zien. Druk op
<SPATIEBALK>
om de volgende pagina te zien. Druk op <CTRL-C>
om af te breken. De laatste toetesencombinatie kan vaak gebruikt worden om een commando te stoppen als het niet doet wat je wilt, als het crasht of als je te lang op een resultaat moet wachten.6. Typ:
more <ENTER>
<CTRL-C>
.7. Probeer nu dit:type
listdir.bat >> list.txt <ENTER>
8. Laat het resultaat zien:type
list.txt | more <ENTER>
9. Wat is er gebeurd?
Samengevat:
-
>
slaat de resultaten van een commando op in een nieuw bestand. Als het bestand aan de rechterkant van > reeds bestaat zal het overschreven worden. -
>>
voegt de resultaten van een commando toe aan een bestaand ASCII bestand. -
|
gebruikt de resultaten van het commando aan de linkerkant als invoer voor het commando aan de rechterkant van|
. Dit wordt een 'pipe' genoemd. - Gebruik
<CTRL-C>
om de uitvoering van een commando af te breken.
type NUL > lockfile.txt <ENTER>